Pleidooi Dida Pattipilohy, op 13 oktober 2022 in functie als secretaris van de stichting
Geachte mevrouw/meneer de rechter,
Ik ben een Nederlandse van Indonesische afkomst. Nederland heeft Indonesië gedurende 350 jaar gekoloniseerd. In 1945 vaardigden de Verenigde Naties een handvest uit, waarin zelfbeschikking als een volkenrecht werd opgenomen, waarmee de weg werd geopend voor gekoloniseerde landen om zich onafhankelijk te maken van hun kolonisator. Tevens heeft de Verenigde Naties kolonialisme bestempeld als een misdaad tegen de menselijkheid. Geheel conform het handvest van de Verenigde Naties heeft Indonesië op 17 augustus 1945 haar onafhankelijkheid verklaard en het land uitgeroepen tot een eenheidsstaat onder de naam Republik Indonesia, met aan het hoofd een president. Hiermee werd de koloniale periode geacht te zijn afgesloten. Helaas vond de Nederlandse overheid het nodig om haar belangen in de oost alsnog veilig te stellen, hetgeen met het nodige geweld gepaard moest gaan.
In Indonesië bestaat de periode ‘bersiap’ in de geschiedschrijving niet. De term bersiap (betekenis: klaarstaan) werd destijds door Indonesische onafhankelijkheidsstrijders als kreet gebruikt om hun paraatheid tot uitdrukking te brengen om zich te weren tegen Nederland dat de onafhankelijkheid van Indonesië niet wilde erkennen en het land wilde re-koloniseren.
Het was dus in feite een kreet van loyaliteit met de Indonesische onafhankelijke republiek.
Door met de term een periode van verzet tegen de Nederlanders aan te duiden, wordt genegeerd dat de onafhankelijkheidsstrijd van de Indonesiërs reeds lange tijd heeft plaatsgevonden. Ook wordt de indruk gewekt dat er gelijke partijen tegenover elkaar stonden, waarmee de mensenrechtenschendingen, waar de Nederlandse regering zich schuldig aan maakte, worden vergoelijkt. Nederland weigerde inderdaad de onafhankelijkheid van Indonesië te erkennen en besloot haar kolonie met geweld terug te nemen. Begin 1946 deed Nederland een inval met een grote legermacht. Indonesië heeft hierop weerstand geboden. Indonesische vrijheidsstrijders hebben zich dientengevolge verzet tegen de pogingen van Nederland om het land opnieuw in te lijven. Nederland had immers het recht niet om zich in Indonesië te gedragen als gezagvoerder.
Zoals eerder betoogd door Marjolein van Pagee en Jeffry Pondaag heeft het Rijksmuseum een groep mensen uitgenodigd (zijnde Jeffry Pondaag, Marjolein van Pagee, mevrouw Francisca Pattipilohy en mijzelf) om input te verschaffen ten behoeve van de tentoonstelling REVOLUSI. Wij gaven direct te kennen dat het concept bersiap niet thuishoort in de tentoonstelling.
Volgens de historicus Prof. Dr. Remco Raben mag de term ‘bersiap’ niet worden gezien als een containerbegrip voor de hele periode 1945 – begin 1946. Toch is dat wel wat vaak gebeurd, en dat is racistisch zegt hij. Ik citeer: ‘De term “Bersiap” ontstond in een koloniale context en wordt gebruikt als een soort essentialiserend begrip voor een Nederlandse ervaring. “Bersiap” is dus geen neutrale term, maar een die is ontstaan vanuit Nederlands en Indisch-Nederlands perspectief.’
Raben zegt ook: ‘Het is een etnocentrische term, die in koloniale context een hiërarchie aanduidt en die hiërarchie noemen we racisme.’ Met zijn interpretatie van het gebruik van de term bersiap (die overigens ook door andere Nederlanders wordt gedeeld), zien we dat niet alleen Indonesiërs en het K.U.K.B, maar ook vele Nederlanders moeite hebben met het gebruik van deze term. Helaas wordt er geen ruimte geboden aan deze zienswijze in het debat over het dekolonisatieproces, aangezien het dekolonisatie-debat wordt gedomineerd door witte Nederlanders en Indische-Nederlandse en (nazaten van) andere ex-strijdende groepen, om te voorkomen dat ze in een slecht daglicht worden gesteld en ronduit van mening zijn dat de bezetting van een ander land niet als mensenrechtenschending gezien moet worden.
In het gesprek met het Rijksmuseum werd door ons geadviseerd om het concept Bersiap niet in de tentoonstelling op te nemen, omdat het gebruik van het concept Bersiap een groepsbelediging inhoudt. Bersiap is immers vanuit het perspectief van Indonesiërs een Nederlandse constructie om een bepaalde periode te duiden en een beschuldiging te uiten naar de Indonesiërs die in hun ogen op bloeddorstige wijze geweld hebben gepleegd tegen Nederlanders, Nederlands-Indische mensen en Molukkers vanwege hun collaboratie met Nederlanders. Zij zegden ons toe onze input mee te nemen, maar het blijkt dat ze deze naast zich hebben neergelegd.
In het gesprek met het Rijksmuseum werd door ons geadviseerd om het concept bersiap niet in de tentoonstelling op te nemen, omdat het gebruik van het concept bersiap een groepsbelediging inhoudt. Bersiap is immers vanuit het perspectief van Indonesiërs een Nederlandse constructie om een bepaalde periode te duiden en een beschuldiging te uiten naar de Indonesiërs die in hun ogen op bloeddorstige wijze geweld hebben gepleegd tegen Nederlanders, Nederlands-Indische mensen en Molukkers vanwege hun collaboratie met Nederlanders. Zij zegden ons toe onze input mee te nemen, maar het blijkt dat ze deze naast zich hebben neergelegd.
In een artikel in het NRC heeft ook de Indonesische gast-curator (Bonnie Triyana) zich tegen het gebruik van de term Bersiap uitgesproken. Echter, onder druk van de Indische vereniging FIN, die verontwaardigd gereageerd heeft en namens de Indische-Nederlanders geëist heeft dat de term Bersiap alsnog opgenomen diende te worden in de tentoonstelling, heeft het Rijksmuseum haar besluit teruggedraaid. Waarom wordt er wel geluisterd naar Indische Nederlanders maar niet naar Indonesische mensen? De aangifte van het FIN tegen Bonnie Triyana is de wereld op zijn kop: een nazaat van de koloniale en onderdrukkende groep die een nazaat van de onderdrukten aangeeft bij de politie.
Dit schetst zonder meer de scheve machtsverhoudingen, een koloniale hiërarchie die nog steeds de samenstelling van de Nederlandse samenleving bepaalt, inclusief de debatten die gevoerd worden. Het doet sterk denken aan het racisme gevoeld door mijn moeder, die meende ooit als zogenaamde inlandse gebruik te kunnen maken van het zwembad in Batavia, maar werd geweigerd omdat ze niet Nederlands-Indisch was.
Door de term bersiap te gebruiken in de Nederlandse geschiedschrijving als een donkere periode, maken Nederlandse historici zich schuldig aan het door Raben aangetoonde misbruik van de term, die er alleen toe dient om Indonesiërs op racistische wijze als een bloeddorstige groep af te schilderen, die zich misdadig gedragen heeft en wild om zich heen sloeg om mensen te doden. Als individuen kunnen Nederlanders zich weleens al of niet bewust aan racisme schuldig maken, maar als mensen als Stevens en Dibbits, die toch verantwoordelijkheid dragen voor een juiste afspiegeling van de geschiedenis zich hier ook schuldig aan maken, dan representeren zij hiermee een racistische samenleving waarin de stem van de voormalig onderdrukten (Indonesiërs) niet gehoord wordt.
Het is van groot belang dat dit wordt rechtgezet. Dank u wel.
—
Download als PDF:
Persbericht: Hof Amsterdam wijst ‘Bersiap-zaak’ Rijksmuseum af
Pleidooi Marjolein van Pagee in ‘bersiap-zaak’ KUKB tegen Rijksmuseum