Lichtmonument voor slachtoffers kolonialisme bij Coen
Hoorngids, 12 januari 2013
Zo’n vijftig aanhangers van het Comité 7 mei hebben vrijdagavond brandende kaarsjes rond het beeld van J.P. Coen op de Roode Steen geplaatst. Een mooi gezicht was het zeker, maar het was vooral als een eerbetoon aan de slachtoffers van het kolonialisme door Nederland bedoeld.
Initiatiefnemer Max van der Werff van Comité 7 mei beschouwt J.P. Coen als grondlegger van het kolonialisme.
In een verklaring meldt het Comité:
Rond het standbeeld van Jan Pieterszoon Coen in Hoorn zijn vanavond duizenden lichtjes ontstoken ter nagedachtenis van de slachtoffers van het kolonialisme in Indonesië, Suriname, de Nederlandse Antillen, Zuid-Afrika en andere voormalige Nederlandse gebiedsdelen.
Waarom bij het standbeeld van J.P. Coen?
Omdat het een schande is dat de stad Hoorn het gevallen standbeeld van J.P. Coen in 2011 terug heeft geplaatst op zijn sokkel. De gouverneur-generaal van de VOC brandde in 1619 Jakarta plat. In 1621 ontvolkte hij de Indonesische Banda-eilanden, waarbij zo’n 15.000 mannen, vrouwen en kinderen om het leven kwamen, waarna geroofde Chinese slaven op de eilanden te werk werden gesteld in de nootmuskaatteelt.
Waarom nu?
Omdat het dit jaar 150 jaar is geleden dat de slavernij werd afgeschaft in de toenmalige Nederlandse koloniën Suriname en de Nederlandse Antillen. Maar ook omdat we in een tijd leven waarin de stem van de slachtoffers van het Nederlandse kolonialisme dreigt te worden overschreeuwd door die van overspannen nationalisten die onbeschaamd trots willen zijn op de historie van hun land – en die de systematische slavernijpraktijken, moord- en roofpartijen van VOC en WIC goedpraten door ze te kenmerken als ’normaal voor die tijd’ of als ’collateral damage’ van de Gouden Eeuw.
Op 4 mei herdenken wij in Nederland jaarlijks de Nederlandse doden die sinds de Tweede Wereldoorlog zijn omgekomen in oorlogssituaties en bij vredesoperaties. Het is de hoogste tijd ook de vele onschuldige slachtoffers te gedenken die Nederlanders zelf hebben gemaakt gedurende vier eeuwen van kolonialisme. De gruwelen hiervan liggen nog vers in het geheugen. We waren nog maar net bevrijd van de Duitse bezetter, of onze regering stuurde militairen naar het toenmalig Nederlands-Indië, om de daar ontbrande onafhankelijkheidstrijd de kop in te drukken. In vijf jaar tijd kwamen honderdduizenden mensen om het leven.
Wij hebben deze en andere slachtoffers van het kolonialisme herdacht in Hoorn, bij het meest omstreden standbeeld van ons land en waarschijnlijk zelfs dat van Europa.
Suggesties voor een vervolg van deze herdenking zijn van harte welkom. Misschien kan hier een vaste dag voor worden aangewezen? Bijvoorbeeld 4 mei, tegelijk met de herdenking van de slachtoffers van de Tweede Wereldoorlog. En met het standbeeld van Coen opgeborgen in een museum of op een andere plek waar het niet langer als eerbetoon kan worden gezien.
—