Nederlandse advocaat interviewt kinderen en weduwen van Balinese slachtoffers die door het Nederlandse leger zijn geëxecuteerd
DenPost, zondag 16 mei 2021
Na de proclamatie van de Republiek Indonesië op 17 augustus 1945 ontbrandde de onafhankelijkheidsoorlog in de archipel, die toen Nederlands-Indië werd genoemd. Deze oorlog veroorzaakte ellende voor vele slachtoffers, zowel voor Indonesiërs als Nederlanders. In deze bloedige periode voerde het Nederlandse leger op veel plaatsen talloze executies uit. Mannen werden in hun dorpen ter plaatse doodgeschoten, zonder enige vorm van proces.
Vervolgens spande een groep Indonesische weduwen van slachtoffers uit Rawagede, West-Java, een rechtszaak aan tegen Nederland. Op basis van de uitspraak van 14 september 2011 oordeelde de civiele rechtbank in Den Haag dat de Nederlandse staat inderdaad verantwoordelijk was voor het leed dat deze weduwen hebben geleden als gevolg van de executies van hun echtgenoten.[1] Dit gebeurde niet alleen in West-Java, soortgelijke gevallen deden zich ook voor in Buleleng.
De voorzitter van de Stichting Nederlandse Ereschulden, Jeffry M. Pondaag, die deze zaak faciliteert, wees een Nederlandse advocaat aan, Anna Jonkhoff, om gegevens te verzamelen op de executieplaatsen in het dorp Selat, regio Sukasada en het dorp Bondalem in de regio Tejakula. Nederland werd gedwongen € 5.000 schadevergoeding te betalen aan kinderen van wie de vader slachtoffer was van executies door het Nederlandse leger. [2] “Ik ben hier om de kinderen van de slachtoffers persoonlijk te ontmoeten en te interviewen en zal hun verhalen overbrengen naar Nederland”, zo zei Anna Jonkhoff op zondag (16/4/2021).
Naast het afnemen van interviews verzamelde Anna ook historische gegevens met betrekking tot de executies om de getuigenissen van de kinderen van slachtoffers te ondersteunen. Nadat zij de kinderen en weduwen van de slachtoffers van de executie van het Nederlandse leger had geïnterviewd ging Anna ook naar het Ayodya Pura Heldenmonument in Selat en het Heldenmonument in Bondalem om deze vast te leggen.
Naast Buleleng heeft Anna ook op verschillende andere plaatsen op Bali ontmoetingen gepland met weduwen en kinderen van slachtoffers.
—
[1] In het geval van de rechtszaken van Indonesische weduwen werd de Nederlandse staat veroordeeld tot het betalen van een schadevergoeding van 20.000 per persoon. In 2020 besloot de Nederlandse regering een speciale regeling op te zetten voor kinderen van Indonesische mannen die zijn doodgeschoten. Als zij kunnen aantonen dat hun vader standrechtelijk werd geëxecuteerd door het Nederlandse leger, dan wordt hen 5.000 euro per persoon toegekend.
[2] Correctie: het was niet Jeffry Pondaag die Anna Jonkhoff opdracht gaf om onderzoek te doen. Yvonne Rieger-Rompas (voormalig onderzoeker bij K.U.K.B) stelde voor om de hulp van Jonkhoff in te roepen. Nadat Pondaag hiermee akkoord was gegaan, nam zij contact op met Jonkhoff.