Betrokkenen vertellen over de Slag in de Javazee
Een zeemansgraf voor ruim 2300 militairen
Website Andere Tijden, Datum: 16 november 2016, Door: Anne Verwaaij
“We zagen in de maneschijn onze goede oude ‘Java’ met de boeg omhoog in de golven verdwijnen”, vertelt Jan Beckering Vinckers over de ondergang van de Hr. Ms. Java, het schip waarop hij in 1942 luitenant-ter-zee eerste klasse is. Kort voordat de Java onder het wateroppervlak verdwijnt, helpt hij samen met andere officieren ongeveer driehonderd mensen van boord, rechtstreeks het water in. “We bleven met een klein ploegje achter om hen drijvende voorwerpen na te werpen. Toen de helling zo groot werd dat wij ons niet goed staande konden houden, zei de commandant: ‘Laten we ook maar van boord gaan.’”
De Java zinkt, net als de Kortenaer en de De Ruyter; twee andere schepen van de Nederlandse vloot. Twee ooggetuigen vertellen in de televisieserie De Bezetting (1962) over de laatste uren van de Slag in de Javazee. Zij hebben het overleefd, maar ongeveer 2300 andere opvarenden niet. Deze mensen kregen een zeemansgraf in de scheepswrakken. Die wrakken blijken nu bijna 75 jaar later grotendeels van de zeebodem verdwenen.
De olie van Java
Het lijkt in het begin een slimme zet: de Verenigde Staten, Groot-Brittannië, Nederland en Australië stoppen de handel met Japan in materialen die het keizerrijk kan gebruiken voor oorlogvoering, zoals staal en olie. Zo hopen de landen de agressie van de Japanners in Azië te stoppen, maar het blijkt juist prikkel om nog meer Aziatische landen in te nemen. Japan beschikt zelf niet over natuurlijke oliebronnen en richt zich op landen die dat wel hebben, zoals Nederlands-Indië.
De angst dat een aanval op koloniën van de geallieerden ook zal leiden tot een oorlog met de Verenigde Staten doet het Japanse keizerrijk besluiten om eerst de Amerikaanse vloot aan te vallen in Pearl Harbor op 7 december 1941. Na deze aanval groeit het besef bij de geallieerden dat de eilanden rondom de Javazee gevaar lopen.
Strijdkracht van vier landen
Na de capitulatie van Thailand, Hong Kong en de bezetting van de twee Indonesische eilanden, bundelen geallieerde landen hun krachten op 15 januari 1942. Afzonderlijk zijn ze te zeer verzwakt om de invasie door Japan te stoppen.
Met hun resterende oorlogsschepen vormen vier landen samen een vloot onder de naam ABDACOM: American-British-Dutch-Australian-Command. De Nederlandse schout-bij-nacht Karel Doorman krijgt de leiding over veertien schepen en is verantwoordelijk voor de verdediging van het eiland Java.
Begin 1942 patrouilleren Doormans schepen in de Javazee. Het staat vast dat de Japanse vloot onderweg is naar Java, maar het is voor de schout-bij-nacht onduidelijk waar de schepen precies varen en wanneer hij een confrontatie kan verwachten. De patrouilles blijken erg zwaar voor de bemanning. Het slaaptekort van de militairen is verontrustend als Doorman de Japanse schepen in de namiddag van 27 februari eindelijk in het vizier krijgt.
De Slag in de Javazee
Karel Doorman besluit om eerst dichter naar de Japanse oorlogsschepen toe te varen voordat hij het commando geeft om aan te vallen, omdat de schepen nog buiten het bereik van de kanons zijn. Tijdens de slag blijkt niet alleen de vermoeidheid, maar ook de communicatie een groot probleem.
De verschillende nationaliteiten zijn niet geoefend op samenwerken. Zo beheersen niet alle Nederlandse officieren het Engels en gebruiken de schepen verschillende radiofrequenties. Daartegenover staat de goed georganiseerde Japanse vloot die bovendien ondersteuning krijgt van vliegtuigen.
Noodlottige avond
De Hr. Ms. Kortenaer gaat als eerste verloren. Een commandant van het schip vertelt in De Bezetting dat het schip al zeer beschadigd is geraakt voor de Slag in de Javazee en daardoor onbetrouwbaar is. “Desalniettemin voeren we recht op de Japanners af”, vertelt hij.
Na een treffer van een Japanse torpedo om 17:15 uur breekt het schip in tweeën. De boeg en de steven klappen naar elkaar toe waardoor de Kortenaer razendsnel zinkt. Om 17:30 uur is het schip verdwenen. De Britse HMS Jupiter vaart tegen een (vermoedelijk Nederlandse) mijn aan en verdwijnt eveneens onder water. Doorman ziet zichzelf gedwongen om de overgebleven schepen, die inmiddels flinke schade hebben opgelopen, tijdelijk terug te trekken.
Met de dekking van de nacht valt Doorman opnieuw aan. De Japanners hebben nu een overmacht qua schepen en nog belangrijker: ze zijn goed getraind op gevechten in het donker. Binnen een korte tijd incasseren zowel de Hr. Ms. Java als het schip waar Doorman zich op bevindt – de Hr. Ms. De Ruyter – een treffer van een torpedojager.
Het besluit om opnieuw aan te vallen, maakt van 27 november een noodlottige avond. Ongeveer 2300 militairen krijgen een zeemansgraf, waaronder 915 Nederlanders. De woorden die de Karel Doorman heeft geroepen bij de aanval “Alle schepen, volg mij!” maken hem onsterfelijk. Vooral de romantische versie “Ik val aan, volg mij!” groeit uit tot een bekende uitspraak en meerdere schepen krijgen de naam van de schout-bij-nacht.
Herdenkingen en herinneringen
In 2012, zeventig jaar na de slag, vindt een herdenking plaats in de Kloosterkerk in Den Haag. Vice-admiraal en Commandant Zeestrijdkrachten Matthieu Borsboom houdt een toespraak en kondigt aan dat er opnieuw een marineschip wordt vernoemd naar Karel Doorman. Een van Doormans zoons spreekt ook tijdens de herdenking.
Vanwege deze herdenking geeft het radioprogramma OVT het woord aan maritiem historicus Anita Van Dissel en de 91-jarige Henk Hinsbeeck, een overlevende van de Slag in de Javazee. Hinsbeeck voer als jonge elektricien aan boord van de Hr. Ms Kortenaer. Hij vertelt dat hij nog geen peertje aan boord erin gedraaid had, of het ging al mis: “Toen het schip geraakt werd, werd korte tijd geroepen ‘alle hens overboord’ en we mochten naar de reddingssloepen zwemmen.”