Beantwoording Open Brief:
Dank voor uw brief van 27 november 2017 aan de ministeries van algemene Zaken, Defensie en Buitenlandse Zaken waarin u aandacht vraagt voor uw bezwaren tegen net onderzoek “Dekolonisatie, geweld en oorlog In Indonesië, 1945-1950”.
In uw brief gaat u In op de aanleiding van het onderzoek, op de rol en onafhankelijkheid van de instituten en doet u aanbevelingen voor de verdere uitvoering van het onderzoek. Graag reageer ik namens de door u aangeschreven ministeries kort op de inhoud van deze brief.
Zoals bekend betreft het hier een onderzoek van drie instituten – het Nederlands Instituut voor Oorlogsdocumentatie (NIOD), het Nederlands Instituut voor Militaire Historie (NIMH) en het Koninklijk Instituut voor Taal-, Land- en Volkenkunde (KITLV). waaraan het ministerie van Buitenlandse Zaken een financiële bijdrage geeft. De redenen waarom het vorige kabinet na de publicatie van het boek van dr. Limpach heeft besloten tot financiering van het onderzoek zijn uitvoerig toegelicht.
In de brief aan de Tweede Kamer van 2 december 2016[1] (Tweede Kamer, vergaderjaar 2016-2017, 26 049, nr. 82). Daarbij is ook ingegaan op de rechtszaken die mede door Stichting Comité Nederlandse Ereschulden (K.U.K.B.) zijn aangespannen. Ik verwijs u dan ook naar de inhoud van deze brief.
Het NIOD en KITLV zijn onderdeel van de Koninklijke Nederlandse akademie van Wetenschappen (KNAW). Het NIMH is een zelfstandig instituut dat valt onder het ministerie van Defensie. De drie instituten voeren het onderzoek zelfstandig en onafhankelijk uit. Zij houden zich ook in dit onderzoeksprogramma aan de eisen van onafhankelijke wetenschapsbeoefening. Een internationale wetenschappelijke adviescommissie ziet erop toe dat het onderzoek aan de daaraan te stellen wetenschappelijke eisen voldoet.
Op de website van het onderzoek (www.ind45-50.org) gaan de onderzoeksinstituten in op het onderzoeksprogramma en geven zij een duidelijke toelichting op de achtergrond, inhoud, opzet, werkwijze en onafhankelijkheid van het onderzoek. De onderzoekers geven ook inzicht in de samenwerking met Indonesië.
U heeft uw aanbevelingen voor het verdere onderzoek gedeeld met de onderzoeksinstituten. Het wetenschappelijk debat en wetenschappelijk onderzoek in het bijzonder zijn gebaat bij discussie en kritiek. Het is niet aan mij om daar nu in te treden.
Mr. A.J. van den Berg
Plaatsvervangend Directeur Azië en Oceanië
—
[1] In voetnoot 1 van de open brief verwezen wij ook al naar deze brief waarover we opmerkten: In de brief van 2 december 2016 verklaarde het kabinet dat de studie van Dr. Limpach de doorslaggevende factor was om alsnog grootschalig onderzoek te financieren. De passage met betrekking tot de rechtszaken benadrukt vooral de welwillendheid van de regering en niet de herhaalde afwijzing van claims en twijfels bij bewijsmateriaal: “Het maatschappelijke debat is sinds 2009 ook in de rechtszaal voortgezet. In 2011 wees de rechtbank Den Haag claims van weduwen van slachtoffers van standrechtelijke executies in Rawagedeh toe. In 2013 stelde het kabinet een tijdelijke regeling vast voor de schadevergoeding aan weduwen van slachtoffers van standrechtelijke executies. Deze regeling is in 2015 met twee jaar verlengd. Voorts gaf het kabinet het Nederlands Instituut voor Militaire Historie (NIMH) in augustus 2016 toestemming om de gegevens over 350 onderzochte geweldsincidenten voor lopende rechtszaken openbaar te maken.”
Het kabinet stelde vervolgens dat het onderzoek zich niet diende te beperken tot de geweldspleging door alle partijen maar zich vooral ook moest richten op: “de brede context van de naoorlogse dekolonisatie (inclusief samenleving) en het politiek, bestuurlijk, justitieel en militair optreden in 1945–1949 in voormalig Nederlands-Indië /Indonesië, zowel vanuit Haags als vanuit lokaal perspectief. Het is belangrijk dat een vervolgonderzoek een integrale benadering hanteert en dieper ingaat op zaken die aan bod zijn gekomen in de studie van dr. Limpach. De geweldsspiraal tijdens de zogenaamde “Bersiap” zal in een onderzoek worden betrokken. Ook de politieke besluitvorming in Den Haag over de dekolonisatie, de brede steun in Nederland voor het behoud van de relatie met Nederlands-Indië/ Indonesië en de uitzending en het optreden van de Nederlandse militairen, de beperkte informatievoorziening, als ook de nasleep na 1949 en de veteranenzorg, verdienen nader onderzoek.” Zie: https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-26049-82.html Dit overheidsadvies is een op een overgenomen, te zien aan de deelonderzoeken op de website van het project ‘Dekolonisatie geweld en oorlog 1945-1950’: http://www.ind45-50.org/onderzoek