Hoe slecht en wreed behandelden de Nederlanders ons?
Door: Endy M. Bayuni, hoofdredacteur The Jakarta Post, 18 augustus 2018
Begrijp me niet verkeerd. Ik houd van Nederlanders, net zoveel als ik van andere naties houd. Ze zijn een van de meest aardigste mensen op aarde, en zeker de meest tolerante. De vraag die ik opwerp gaat specifiek over de periode waarin de Nederlanders over het gebied regeerden dat we nu als Indonesië kennen, een periode die meer dan drie eeuwen beslaat.
Net zoals de meeste mensen die na de onafhankelijkheid geboren zijn weet ik niet hoe het is om onder Nederlands gezag te leven. Ik weet niet hoe goed of hoe slecht het was. Op school leerden we slechts enkele aspecten over wat kolonialisme inhoudt.
En dat is precies de vraag. Hoeveel weten we nu echt over hoe onze voorouders die driehonderd jaren zijn doorgekomen, als we weten dat zij gedood, gemarteld, verkracht, onderdrukt, tot slaaf gemaakt zijn en verkocht in het buitenland, gedwongen tot dwangarbeid, verbannen, behandeld als niet-gelijke burgers in hun eigen land, terwijl hun menselijke waardigheid hen werd afgenomen?
Als we kijken naar de beschikbare literatuur in Indonesië, Nederland of waar dan ook, blijkt er heel weinig bekend te zijn over de vernederingen die zij hebben moeten doorstaan.
Deze week vieren we de Indonesische onafhankelijkheid, zoals we dat gedaan hebben sinds 1945, met een eerbetoon voor de helden die vochten tijdens de verzetsstrijd eind jaren veertig en degenen die in Nederlands-Indië vanaf begin 20eeeuw begonnen te lobbyen voor de onafhankelijkheid.
Dat is hoe ver onze collectieve herinnering gaat. We vieren een ahistorische onafhankelijkheidsdag.
Maar wat valt er te zeggen over die driehonderd jaar waarin Nederland zich met geweld meester maakte van de mondiale specerijenvoorraad?
We kennen wel de moordpartij van 1621 op het Molukse eiland Banda waarbij nagenoeg de gehele bevolking van 14.000 mensen werd vermoord. Maar we weten heel weinig over de tijd tussen deze moordpartij en de onafhankelijkheidsoorlog (1945-1949.) We weten wel iets over Diponegoro en de Javaoorlog en in de roman Max Havelaar uit 1860, geschreven door de Nederlandse auteur Eduard Douwes Dekker, vangen we een glimp op van de Nederlandse misstanden..
Echter, de [Indonesische] Balai-Pustaka schrijvers van de jaren twintig geven ons nauwelijks een indruk van het gewone leven onder het Nederlands kolonialisme. Hoe goed hun werk ook mag zijn — we beschouwen hen als de klassiekers van de Indonesische literatuur— zij gaan uit van het koloniale systeem als een gegeven, wat uiteraard ook in verband staat met de [toen geldende] censuur.
We krijgen ook wel een idee uit de geschriften van Sukarno en zijn vrienden waarbij met name de onafhankelijkheidsretoriek een stempel drukt op hun werk. Pramoedya Ananta Toer schetst ons al een heel wat vollediger beeld. Ook al leefde hij niet in die tijd zelf hij is toch in staat geweest om de sfeer op te roepen aan de hand van hoofdfiguur Minke die centraal staat in de trilogie ‘Aarde der Mensen’. Pram’s boeken nemen ons mee naar het einde van de 19eeeuw en de eerste helft van de 20eeeuw.
Nederlandse literatuur van de 17e, 18een 19eeeuw staat bol van de verheerlijking over hoe hun kleine landje de wereld overheerste waardoor zij het rijkste landje op aarde werden. De VOC, de Vereenigde Oostindische Compagnie, wordt geroemd als de eerste echte multinational.
Grotendeels afwezig is de wrede beestachtigheid waarmee Nederland zich meester maakte van de specerijen- en trans-Atlantische slavernij. Deze zijn geen onderdeel van het collectieve geheugen.
In de Verenigde Staten vangen we een glimp op van de horror die de Afrikaanse tot slaaf gemaakten moesten doorstaan. Sommige van deze verhalen werden bestsellers en zijn eveneens verfilmd.
Het is bemoedigend om te zien dat een handjevol Nederlandse en Indonesische historici Histori Bersama hebben opgezet. Zij proberen de twee verschillende perspectieven op onze gemeenschappelijke geschiedenis, die 300 jaar beslaat, bij elkaar te brengen.
Histori Bersama, gelanceerd in 2016, twijfelt aan de geloofwaardigheid van een nog lopend onderzoeksproject dat in opdracht van de Nederlandse regering wordt uitgevoerd. Het gaat om oorlogsmisdaden die zijn gepleegd toen Nederlandse soldaten na de Tweede Wereldoorlog naar Indonesië werden gestuurd om het koloniale bestuur opnieuw te herstellen. Ondanks de massale bewijzen, ontkent de Nederlandse versie over de ‘politionele acties’ (1945-1949) de oorlogsmisdaden en legde de schuld voor al het geweld bij de Indonesische ‘rebellen’.
Het is aan de Nederlanders hoe zij met hun koloniale geschiedenis omgaan. Als zij hun foute verleden niet kunnen verwerken, is het hun probleem.
Ze zijn in goed gezelschap. Buurman Groot-Brittannië reageerde geschokt, perplex en ontkennend toen hun versie op de koloniale geschiedenis in India werd uitgedaagd door het boek ‘Inglorious Empire’ (2016) van Shashi Tharoor, waarin beschreven wordt wat de Britten in India hebben gedaan.
Als Indonesiërs moeten we onze geschiedenis leren vanuit ons eigen perspectief, met name over hoe onze voorouders geleefd hebben tijdens de zware jaren onder Nederlandse heerschappij. Drie eeuwen is zo’n ontzettend lange periode dat het ongetwijfeld effect heeft gehad op onze psyche en wellicht ook ons karakter.
Ons minderwaardigheidscomplex zal ontwikkeld zijn tijdens deze lange jaren van gewelddadige onderdrukking. Corruptie, een ziekte aanwezig onder alle naoorlogse Indonesische leiders is mogelijk een erfenis van de prinsen en sultans die hebben gecollaboreerd met de Nederlandse machthebbers, in ruil voor materiele winst en macht. En hoe zit het met geweld?
Misschien dat we enkele goede eigenschappen hebben overgenomen van onze koloniale meesters, maar we hebben ongetwijfeld ook de meest verschrikkelijk karaktereigenschappen van de Nederlanders geërfd.
Als we niet onze geschiedenis van onderdrukking begrijpen, zullen we waarschijnlijk nooit weten wie we echt zijn. We zijn het verplicht aan onszelf om de waarheid te kennen.