Ambon, Banda en de VOC: de Nederlandse koloniale geschiedenis in perspectief
De Nederlandse Boekengids, 29 juni 2021, door: Michiel Baas
Eerdere studies die zich met de zogenaamde ‘Amboyna Massacre’ van 1623 bezighielden, waren veelal langs Britse of Nederlandse scheidslijnen verdeeld. Michiel Baas leest vier nieuwe en nuancerende publicaties over Ambon en de Banda-eilanden ten tijde van de Nederlands kolonisatie, die tot in de twintigste eeuw tot de nationale verbeelding bleven spreken.
In 2021 is het vierhonderd jaar geleden dat Jan Pieterszoon Coen een bloedbad aanrichtte op de Banda-eilanden in de Molukken, de enige plek waar op dat moment nootmuskaat groeide. Dat zijn nalatenschap momenteel flink ter discussie staat, blijkt uit de recente onrust rondom het beeld van Coen dat sinds 1893 de Roode Steen in Hoorn overziet. In de nationalistisch getinte late negentiende eeuw was Nederland echter op zoek naar helden uit het verleden. De Atjehoorlog raasde al jaren uitzichtloos voort en de zogenaamde gloriedagen van de VOC lagen ruim een eeuw in het verleden. Als koloniaal voorbeeldfiguur was Coen bij uitstek geschikt om het tanende kolonialisme nog eens een opsteker te geven. Al toen de sokkel van het beeld werd geplaatst, was er kritiek op de verheerlijking van een man aan wiens nalatenschap bloed kleeft. In juni vorig jaar werd tijdens een groot protest bij het station van Hoorn ook in bredere zin aandacht gevraagd voor discriminatie en racisme in Nederland. Gebeurtenissen in de VS – in het bijzonder de door politiegeweld omgekomen George Floyd en de Black Lives Matter-beweging – waren hier bron van inspiratie.
De acties rondom het beeld van Coen staan binnen een context waarbij het Nederlandse koloniale en slavernijverleden steeds meer ter discussie staat. Daarbij wordt veelal een directe lijn getrokken tussen het gewelddadige karakter daarvan en (institutioneel) racisme in de Nederlandse samenleving. Dat dit op stevig tegengas kan rekenen werd onderstreept door de pro-Coen-demonstratie die op dezelfde dag als het protest werd gehouden. Een klein clubje sympathisanten had zich nabij het station van Hoorn verzameld, gehuld in Nederlandse vlaggen met daarop het VOC-logo geborduurd. Zij lieten zich de trots op een glorieus verleden niet zomaar ontzeggen en ‘onze Coen’ moest daarom blijven. Zoals vaak het geval is bij dit soort tegenbetogingen werd de Nederlandse koloniale geschiedenis ingezet op een schetsmatige en samenvattende manier. Het leek de pro-Coen-demonstranten vooral te gaan om het idee dat Nederland nu eenmaal is gebouwd op de verworven rijkdommen van toen. ‘Helden’ van weleer als Michiel de Ruyter, Piet Hein en Jan Pieterszoon Coen doe je daarbij niet zomaar af als gewelddadige veroveraars en slavenhandelaren. Daartegenover staat het argument dat vierhonderd jaar Nederlands imperialistische overheersing – zoals Gloria Wekker het ook benoemt in Witte onschuld – zich inderdaad niet zomaar laat uitwissen en dat de gevolgen ervan nog steeds voelbaar zijn.
[…]
Lees hier het volledige artikel via de Nederlandse Boekengids https://www.nederlandseboekengids.com/20210628-michiel-baas/?fbclid=IwAR1-n7TpmQHQ5yUZxf1rfmenDHinOxne9gApVwn6s9p1idK3LLSOrTNN-CU