Aan: Uwe Koninklijke Hoogheid Koning Willem Alexander
Door bemiddeling van Z.E. Lambert Grijns
Ambassadeur van de Koninkrijk der Nederlanden in Indonesië
Jl. H.R. Rasuna Said No. Kav 5-3
Jakarta Selatan
Met hoge achting verzoeken wij de aandacht van Zijne Koninklijke Hoogheid de Koning van Nederland
Voor het onderstaande:
- Naam: H. Abd. Halik, in deze zaak vertegenwoordiger van de nakomelingen van de families in Bulukumba als slachtoffers van de oorlogsgewelddaden van de Nederlandse militairen onder leiding van Westerling in Zuid-Sulawesi in 1946-1947, beter bekend als ‘de 40,000 slachtoffers’;
- Naam: Cardi, in deze zaak vertegenwoordiger van de familie/nakomelingen van slachtoffers van de oorlogsgewelddaden van de Nederlandse militairen, beter bekend als ‘de Rawagede Slachting’ in 1947;
- Naam: Nina Turaiza, in deze zaak vertegenwoordiger van de familie/nakomelingen van slachtoffers van de oorlogsgewelddaden van de Nederlandse militairen, beter bekend als ‘de slachting bij de Indragiri rivier’ in januari 1949 in Riau;
- Naam: Sitti Soerah, in deze zaak vertegenwoordiger van de nakomelingen in Gowa als slachtoffers van de oorlogsgewelddaden van de Nederlandse militairen onder leiding van Westerling in Zuid-Sulawesi in in 1946-1947, beter bekend als ‘de 40.000 slachtoffers’;
- Naam: Abu Nawas, in deze zaak vertegenwoordiger van de nakomelingen in Gowa als slachtoffers van de oorlogsgewelddaden van de Nederlandse militairen onder leiding van Westerling in Zuid-Sulawesi in in 1946-1947, beter bekend als ‘de 40.000 slachtoffers’.
Hierbij eisen wij om de verantwoordelijkheid te nemen voor de schade die veroorzaakt werd door de oorlogsmisdaden van de Nederlandse militairen tegenover onze (voor)ouders. In verband daarmee vragen we het volgende in overweging te nemen:
- Tot op de dag van vandaag heeft de Nederlandse regering en het Koninkrijk der Nederlanden niet de jure willen erkennen dat Indonesië een soevereine en onafhankelijke staat is sinds de proclamatie op 17 augustus 1945;
- Dat de huidige juridische-, diplomatieke-, economische- en zakenrelaties tussen Indonesië en Nederland feitelijk gebaseerd zijn op de wetgeving die in grote lijnen voortkomt uit de Indonesische grondwet van 1945. Om die reden is het paradoxaal en tegenstrijdig dat Nederland weigert de proclamatie van 17 augustus 1945 juridisch te erkennen, maar wel de jure deze regels volgt;
- Dat de Nederlandse regering in naam van Zijne Majesteit koning der Nederlanden onrechtvaardig heeft gehandeld in haar besluitvorming ten aanzien van schadevergoeding voor de nakomelingen van de slachtoffers van oorlogsmisdaden die Nederlandse militairen hebben gepleegd;
- Dat de Nederlandse regering in naam van de Koning der Nederlanden met belastinggeld het onderzoek ‘Dekolonisatie, geweld en oorlog in Indonesië‘ (1945-1950 regio’s Sumatra, Java, Kalimantan, Sulawesi en Bali) heeft mogelijk gemaakt, dat wordt uitgevoerd door drie onderzoekinstituten. Een onderzoek waarvan reeds geconstateerd is dat het niet onafhankelijk is omdat er sprake is van belangenverstrengelingen;
Dat we verwachten dat de resultaten van dit onderzoek de blik op de onafhankelijkheidsstrijd van Indonesië zal beschadigen alsook de gevoelens en rechten van de nabestaanden van slachtoffers van oorlogsmisdaden (begaan door Nederlandse militairen) die nu middenin een rechtszaak zitten. Het is ook belangrijk om te benadrukken dat de misdaden die zijn gepleegd tussen 1945 en 1950 (die momenteel door het bovengenoemde onderzoek worden bestudeerd) [qua duur en omvang] niet in verhouding staan tot de gewelddadigheden die het Nederlands-Indische regime 350 jaar lang heeft begaan ten aanzien van de Indonesische bevolking; - We hebben reeds eerder een aantal brieven gestuurd aan Uwe Majesteit via de Nederlandse ambassade in Jakarta: vanuit Manjalling in Zuid-Sulawesi op 16 september 2015; vanuit Bulukumba, Zuid-Sulawesi op 17 november 2015, en: vanuit Rengat-Sungai Indragiri op Sumatra op 27 februari 2016. Echter, deze brieven werden niet serieus genomen. Daarom is deze brief des te meer van belang om door Uwe Majesteit te worden gelezen;
- Dat er geen ruimhartige oplossing geboden is voor wat betreft de lijst met 350 namen van het Indonesische volk (burgers) die zonder reden zijn geëxecuteerd en vermoord. De betreffende namenlijst werd in 2016 door het Nederlands Instituut voor Militaire Historie (NIMH) via Nederlandse media gepubliceerd;
- Dat ambassadeur Lambert Grijns die in naam van Zijne Majesteit handelt, onze gevoelens heeft gekwetst middels zijn uitspraken in de Indonesische media, waarin hij zich voornamelijk richtte op de toekomstige samenwerking met Indonesië, en daarbij het verleden bagatelliseerde.
Wij hopen dat ambassadeur Lambert Grijns het eens is met de filosofie van onze onafhankelijkheidsstrijd die ‘Jasmerah’ luidt, hetgeen ‘Jangan sekali-kali melupakan sejarah’ (‘vergeet de geschiedenis nooit’) betekent. Het Indonesische volk zal onmogelijk de gewelddadigheden, het verdriet en de pijn van 350 jaar koloniale bezetting vergeten. De waarde van de strijd van het Indonesische volk in het verleden, heden en de toekomst is altijd gebaseerd op ‘Jasmerah’. De toekomst is nietszeggend indien het verleden vergeten of gebagatelliseerd wordt. Op dit moment wordt Nederland, dat lid is van de Europese Unie, ervan verdacht mee te doen aan het boycotten van de palmolie van Indonesië, voor onbepaalde tijd. Deze boycot is ongetwijfeld een factor die de verhouding tussen Nederland en Indonesië kan schaden.
Overwegende het bovengenoemde en gelet op de plannen van Uwe Majesteit de Koning van Nederland om een bezoek te brengen aan Indonesië op 10 maart 2020 a.s. nemen de nakomelingen/erfgenamen van de slachtoffers van gewelddaden tegen de mensheid door Nederland in Indonesië als volgt stelling:
- We weigeren de komst van de Koning van Nederland, zolang Nederland Indonesië als een onafhankelijke en soevereine staat sinds de proclamatie op 17 augustus 1945 niet juridisch erkent;
- We eisen verantwoordelijkheid te nemen en excuses aan te bieden door de koning van Nederland voor de diverse mensenrechtenschendingen die door Nederland gepleegd zijn in Indonesië;
- We eisen een onmiddellijke rechtvaardige afrekening van de schadevergoeding aan de slachtoffers.
Aldus toegelicht en hopende dat Uwe Majesteit de koning van Nederland het behaagt begrip te hebben voor deze brief en zo spoedig mogelijk een reactie zal geven.
De reactie kan worden doorgegeven middels onze vertegenwoordiger de heer Irwan Lubis, op het kantooradres: Angkatan 45 Jakarta Pusat, Gedung Joang, Jalan Menteng Raya No. 31, Jakarta Pusat, postcode 10340.
Jakarta, 30 januari 2020
Hoogachtend,
Vertegenwoordigers van de erfgenamen van de slachtoffers
- w.g. H. Abd. Halik (Zuid-Sulawesi)
- w.g. Cardi (Rawagede, West-Java)
- w.g. Nani Turaiza (Riau, Sumatra)
- w.g. Hj. Sitti Soerah (Gowa, Zuid-Sulawesi)
- w.g. H. Abu Nawas (Gowa, Zuid-Sulawesi)