Author Country Media Name Year Topic , Translator

Brieven van overzee – Winternachten – Reggie Baay

Winternachten, 18 januari 2020, Den Haag
Voor deze gelegenheid schreef Reggie Baay een brief die Dr. Mohammad Hatta geschreven zou kunnen hebben aan Minister-President Colijn

Banda Neira (Indonesië), 15 juni 1939,

Excellentie,

Er moet mij iets van het hart.  Iets dat mij grote zorgen baart, omdat het de relatie én de toekomst van onze beide volken in negatieve zin zal bepalen en wellicht zelfs onherstelbaar zal beschadigen. Onlangs bereikte mij namelijk het bericht dat in het Nederlandse parlement, het parlement waarvan Ú de minister-president bent, in alle ernst is geopperd dat het – en nu citeer ik letterlijk –  ‘nog minstens honderd jaar zal duren voordat de Indonesiër rijp is voor onafhankelijkheid…’

Met alle respect en met Uw welnemen zeer geachte minister-president, maar wij leven nu in het jaar 1939! Toen mij deze uitspraak dan ook ter ore kwam, kon ik werkelijk niet geloven dat er op dit moment Nederlandse politici zijn die dit in alle oprechtheid durven te beweren en/of te geloven! Niet in de laatste plaats denk ik hierbij aan U die immers persoonlijk aan de Atjeh-oorlog en de Lombok-expeditie heeft deelgenomen. Júíst U zult toch moeten weten dat een volk dat jarenlang is gekneveld en geknecht en vervolgens zijn rechtmatige vrijheid en zelfstandigheid opeist, niet te beteugelen valt? Net zomin als een aanzwellende, kolkende bergrivier in moessontijd.

Zeer geachte minister-president Colijn der koloniale Nederlanden, uw naam verschilt slechts één letter van een in uw land zeer bekend knaagdier. En het lijkt erop dat U dit dier, als het gaat om zijn belangrijkste eigenschap, naar de kroon wilt steken. En dan bedoel ik niet zijn mythisch vermogen tot voortplanting, maar die andere eigenschap. Blijft u namelijk gestaag knagen? Knagen aan het wettige recht tot zelfbeschikking van het Indonesische volk? Onder het mom dat de Indonesiër een afhankelijk en onkundig kind is en dus niet in staat tot zelfbeschikking? Blijft U doorgaan met verbloemen dat de werkelijke reden hiervan niets meer en niets minder is dan de onwettige en schaamteloze wens tot voortgaande exploitatie van land en volk van Indonesië, zoals Uw land al drieënhalve eeuw heeft gedaan? Heeft U dan geen last van een knagend geweten? Er komt, Excellentie, dat verzeker ik U, een dag waarop dat wat U en Uw parlementsleden doen ‘framing’ zal worden genoemd…

Het wrange is dat ik dit alles schrijf vanuit gevangenschap. Politieke gevangenschap, mij opgelegd door Uw voorganger; jawel, vanwege dat wettige en grenzeloze verlangen naar vrijheid en onafhankelijkheid van mij en mijn volk. En heeft deze jarenlange repressie, heeft mijn jarenlange opsluiting, eerst in het beruchte strafkamp Boven Digoel en nu op Banda Neira, het vuur gedoofd? Integendeel!

Nogmaals, Excellentie, we schrijven het jaar 1939, en net zoals in uw parlement de ‘verwachting’ is uitgesproken dat het nog minstens honderd jaar zal duren voordat de Indonesiër rijp is voor onafhankelijkheid, spreek ik ook een verwachting uit. De verwachting namelijk dat, nog voor het komende decennium voorbij zal zijn en waarschijnlijk na – helaas – een zeer bloedige onafhankelijkheidsstrijd, ik met Uw koningin aan één tafel zal hebben gezeten om de onvermijdelijke onafhankelijkheid van mijn land en volk te aanvaarden. Let op mijn woorden. De wereldgeschiedenis zal mijn gelijk bewijzen!

Ik heb gesproken.

Met hoogachting,

Dr. Mohammed Hatta


© Reggie Baay