“Doofpot? Te bizar voor woorden”
Kritiek op onderzoek naar Indonesië
In een open brief aan het kabinet uiten wetenschappers en activisten kritiek op een grootschalig onderzoek naar de dekolonisatie van Indonesië, door onder andere het Koninklijk Instituut voor Taal-, Land- en Volkenkunde (KITLV) in Leiden.
De Mare, Leids Universiteitsblad, 14 december 2017, Door: Anoushka Kloosterman
Het gaat om het vierjarig onderzoeksproject “Dekolonisatie, geweld en oorlog in Indonesië, 1945-1950” dat het Nederlandse geweld tijdens de onafhankelijkheidsoorlog onderzoekt. De brief is door 126 personen ondertekend, onder wie ook de Leidse hoogleraar Japanologie Kasia Cwiertka en universitair docent Japanse geschiedenis Ethan Mark, en trekt de onafhankelijkheid van het onderzoek in twijfel. Mede omdat het deels wordt uitgevoerd door het Nederlands Instituut voor Militaire Historie (NIMH), dat onderdeel is van het ministerie van Defensie.
Ook zou de overheid zeggenschap hebben gehad over bepaalde onderzoeksonderwerpen, en zou er geen balans zijn tussen Nederlandse en Indonesische onderzoekers, aldus de ondertekenaars.
De keuze voor KITLV-directeur en hoogleraar koloniale en postkoloniale geschiedenis Gert Oostindie, die als projectleider de synthese aan het eind van het onderzoek schrijft, is voor hen ‘niet te verantwoorden’: “Los van zijn rol als een van de initiatiefnemers en leidinggevenden van dit onderzoek staat hij niet bekend als een Indonesië-expert. Hij spreekt de taal niet en zijn expertise ligt in de geschiedenis van de Cariben.” Ook zou hij het kolonialisme niet voldoende problematiseren.
Oostindie reageert dat er wel “relevante vragen” in de brief staan, maar dat de brief het doet lijken “alsof het onderzoek alles in de doofpot gaat stoppen. “Je moet natuurlijk nadenken over de koloniale voorgeschiedenis, je moet kritisch kijken naar overheidsinstanties, en serieus samenwerken met Indonesische collega’s”, zegt hij.
“Het probleem is dat deze brief het onderzoek neerzet als een cover-up, en dat vind ik te bizar voor woorden.” De kwesties worden geadresseerd op de site van het project, meldt hij.
“Het verwijt is dat wij niet voortdurend roepen dat kolonialisme fout is. Wij hebben geen activistische insteek. We werken aan een breed, wetenschappelijk verhaal over wat er is gebeurd. Dat neemt niet weg dat velen van ons heel kritisch hebben geschreven over het Nederlandse kolonialisme.”
Hij benadrukt dat het NIMH, hoewel het onder Defensie valt, onafhankelijk onderzoek kan doen. “De overheid heeft geen onderzoeksonderwerpen opgelegd.”
“Een belangrijke aanleiding voor hen om het onderzoek te financieren was het boek De brandende kampongs van Generaal Spoor (2016), geschreven door Rémy Limpach die bij het NIMH werkt. Dat hele boek is een aanklacht tegen de Nederlandse krijgsmacht in Indonesië. Daar kan ik geen doofpot in vinden.”
Op het moment wordt er in Indonesië een team samengesteld van onderzoekers. “Dat doen onze Indonesische collega’s, niet wij. Zij zijn hier echt kwaad over. Er wordt nu gesuggereerd dat zij aan onze leiband lopen.” Over de lijst ondertekenaars merkt Oostindie op: “Er zitten vrijwel geen Indonesische vakhistorici bij, dat zegt genoeg.”
—