Author , Country Media Name Year Topic , , Translator ,

Presentaties Marjolein van Pagee & Linda Lemmen – Wereldmuseum

Wereldmuseum Rotterdam, 15 november 2019

Deze twee presentaties waren onderdeel van het programma: “Het Koloniale en Slavernijverleden van Rotterdam” georganiseerd door Wayne Modest, directeur van het Research Center for Material Culture. Lees meer…

Marjolein van Pagee:

“Ik was 17 toen ik in deze stad aan de kunstacademie ging studeren. In die tijd had ik nog geen benul van het koloniale verleden van Nederland. En als wit persoon had ik de luxe nooit hierover te hoeven nadenken. Rotterdam is sindsdien mijn thuisstad. Ik spreek hier dan ook allereerst als Rotterdammer. Maar ik spreek hier ook als historicus, als fotograaf die zich in de afgelopen 10 jaar verdiept heeft in het koloniale verleden van Nederland en met name de koloniale bezetting van Indonesië.

Toen ik hier kwam wonen geloofde ik nog dat ik in een uitzonderlijk vrij land woonde, waar ik (in tegenstelling tot andere, verre landen) kon zeggen wat ik wilde. Vrijheid van meningsuiting, van godsdienst, democratie. Ik geloofde nog dat kritisch zijn hier als deugd gold. Iets wat ik moest nastreven, iets wat ik moest leren.

Ik weet nu wel beter. Gisteravond hebben onze autoriteiten 2 activisten gearresteerd, met grof geweld. Twee leden van Stichting Majority Perspective zitten nu, as we speak, in een politiecel. Terwijl wij hier zitten te keuvelen over inclusiviteit en multi-perspectiviteit houdt de Staat (diezelfde overheid waarvan jullie subsidie van ontvangen) mensen vast.

Vijftien jaar nadat ik mij hier voor het eerst vestigde is er veel veranderd. Ik ook. Ik ben niet meer die verlegen Zeeuwse, die iedereen in deze stad zo direct en uitgesproken vond en zelf moeite had met het geven van mijn mening. Ik ben uitgesprokener en zelfverzekerder dan ooit, maar ik zie nu dat er grenzen zijn aan hoe kritisch je mag zijn. Ik heb gemerkt dat zodra je écht fundamenteel kritisch wordt op de werking van dit systeem en de continuïteit aankaart van koloniaal-racistisch beleid (en mensen aanspreekt die daarin een rol vervullen) deuren dichtgaan.

In onze samenleving domineren grofweg twee groepen die elkaar mogen bestrijden. Links versus rechts. Allen met de stellige overtuiging dat als die ander zou denken zoals zij, de problemen zouden zijn opgelost. Polarisatie is een woord met een negatieve klank. Want we moeten polderen, het eens worden. Uniform denken. De voors en tegens afwegen van koloniale mensenrechtenschendingen. Maar is polarisatie voor iedereen wel zo’n onaangenaam verschijnsel? Is verdeeldheid werkelijk zo ongewenst als wordt voorgewend? Naar mijn idee komt polarisatie de huidige machtsstructuur juist heel goed uit.

Dit moet ik toelichten. Ik vind dat we vaker stil moesten staan bij het fenomeen verdeel en heers, divide and conquer, een aloude tactiek om als kleinere partij macht uit te oefenen over grote groepen mensen, over landen, over samenlevingen. Een tactiek waar ook de VOC zich in Azië veelvuldig schuldig aan maakte om als relatief kleine speler grotere gebieden te domineren.

Racisme is de bekendste vorm van koloniale verdeel en heers. Waarbij een kleine minderheid aan West-Europeanen het voor elkaar heeft gekregen om op basis van raciale leugens de niet-witte meerderheid op deze planeet te onderdrukken. Daarbij werden ook de gekoloniseerden volkeren onderling tegen elkaar opgezet.

Waar ik naar toe wil met mijn betoog is dat ik deze aloude tactiek ook nu nog toegepast zie worden. Met als enige doel de witte patriarchale structuur in stand te houden. Ik zie dit mechanisme in werking in de manier waarop onderzoeken over het koloniale verleden worden aangepakt en uitgevoerd. Er is sprake van toe-eigening, tokenism, buitensluiting en criminalisering van niet-witte critici die het koloniale verleden als eersten agendeerden.

Dit speelt niet alleen hier in Rotterdam, ook bij het grote Indonesië onderzoek dat het KITLV uitvoert gebeurt dit. Ik doel hier met name op hoe critici worden behandeld. Met betrekking op het grote Indonesië-onderzoek schreven twee Indonesiërs Jeffry Pondaag (vanavond hier aanwezig) en de 93-jarige mevrouw Pattipilohy een kritische open brief. Tot nu toe zwijgen de media in alle talen hierover.

Ik zie racisme in hoe niet-witte mensen die koloniale onderwerpen op de kaart zetten worden buitengesloten, gecriminaliseerd of genegeerd. Hun rol wordt gereduceerd tot een soort van aangevers waarna de witte instanties er zelf mee aan de slag gaan en er een comfortabel, niet al te radicaal verhaal van breien.

Bij verdeel en heers is er altijd een partij die voordeel haalt uit het onderlinge gekibbel en getouwtrek in de samenleving. Het typische is dat zij altijd zullen doen alsof ze niets met polarisatie van doen hebben. Alsof zij erboven staan. Zodat zij de paternalistische rol van neutrale bemiddelaar innemen. Wie zijn dat vandaag de dag? Wie bevolken onze instanties, wie zijn de verantwoordelijken voor het in standhouden van institutioneel racisme? Ik meen dat dit namelijk niet alleen maar VVD-ers of PVV-aanhangers zijn.

Het koloniale verleden krijgt meer dan ooit aandacht. De huidige tentoonstelling “Dossier Indië”, het Rotterdamse onderzoek maar ook het landelijke Indonesië-onderzoek, zijn daar voorbeelden van. Als je jezelf tot het linkse kamp rekent dan vind je dat haast vanzelfsprekend een goede ontwikkeling. Dan zeg je dat we het verleden onder ogen moeten zien, dat dit onderwezen moet worden. Dan heb je je mond vol over inclusiviteit, diversiteit en meerstemmigheid.

Met andere woorden: het koloniale verleden is hip, verklaren dat er verschrikkelijke dingen zijn gebeurd in het verleden, is geen gewaagd standpunt. Sterker nog, als je het op de juiste manier aanpakt dan is het koloniale verleden zelfs een verdienmodel. Er worden momenteel talloze overheidssubsidies gespendeerd aan onderzoeken, exposities, boeken, toneelvoorstellingen, radio- en tv-reportages, noem het maar op.

En ja, het ligt voor de hand: de mensen die zich niet als links beschouwen vinden natuurlijk het tegenovergestelde. Die gaan naar Facebook en schrijven onder de aankondiging van dit event, ik citeer: “Wat een gigantische onzin. We gaan slinks Amsterdam achterna. Daar wil ik niet bij horen, de groeten.” Ik weet nu al hoe deelnemende wetenschappers aan dit Rotterdamse onderzoek op deze uitspraken reageren. Wat een domme mensen he die hun kop in het zand willen steken en niets over het verleden willen horen. Maar hoe zelfkritisch is het om beschuldigend naar anderen te wijzen terwijl je zelf een riant salaris geniet en iedereen die jouw positie bevraagt succesvol buiten de deur houdt. Mijn punt is: buitensluiting wordt ook ondersteund door links-progressieven die woorden als ‘inclusiviteit’ en ‘diversiteit’ in de mond nemen.

Ik herhaal: een mensenrechtenactivist met Javaans-Torajaanse roots die van plan was om hier vanavond mee te discussiëren, zit nu in een politiecel. De ironie is dat als mensenrechtenactivisten in Indonesië worden opgepakt, Nederland er altijd als de kippen bij is om dergelijke arrestaties keihard veroordelen. Waar is de verontwaardiging nu? En wij maar keuvelen, hier, in dit koloniale pand over multi-perspectiviteit terwijl de rauwe werkelijkheid is dat zijn perspectief en dat van vele andere kritische mensen van kleur, met geweld wordt gesmoord. Hoe kan ik dan nog vertrouwen hebben in een onderzoek als dit? Als Rotterdammer zeg ik: not in my name!”

Linda Lemmen:

In tegenstelling tot Marjolein ben ik hier in Rotterdam geboren en ben ik, zoals jullie kunnen zien, van kleur. Toch ben ook ik, opgegroeid met het beeld van Nederland als een vrij en tolerant land.

Waarom is me een raadsel, want ik herinner mij dat ik als kind bang was als ik skinheads over straat zag lopen en dat hakenkruizen die op muren gekladderd waren mij eraan herinnerden dat er mensen waren die een hekel hadden aan niet-witte mensen, ook dat maakte me bang. Want immers, ik was van kleur, net zoals mijn broertje en mijn vader is nog donkerder. Hadden mensen dan ook een hekel aan ons?

Skinheads en hakenkruizen zijn natuurlijk extreme voorbeelden, maar racistische opmerkingen, al dan niet verpakt als ‘grapjes’ waren een steevast onderdeel van verjaardagen in witte gezinnen. Die grapjes gingen natuurlijk nooit over mij, want ik was wel ok. Het ging altijd over anderen. Het was dan ook heel ongepast om er iets over te zeggen, want ze bedoelden het toch niet zo? Daarbij was er de belofte van Nederland dat ‘echt racisme’ niet meer plaats zou vinden. Als kind word je natuurlijk nog beschermd tegen bepaalde informatie en van institutioneel racisme en de gevolgen daarvan had ik toen duidelijk nog niet gehoord.

Maar… zonder mij bewust te zijn van die structuren, leerde ik al snel genoeg mij zo wit mogelijk te gedragen. Op een onbewust niveau wist ik bijvoorbeeld dat het in mijn voordeel werkte dat ik accentloos Nederlands sprak. In de loop der jaren is er weliswaar een Rotterdamse tongval ingeslopen, maar aan mijn uitspraak hoor je niet dat ik een niet-westerse achtergrond heb. Ook zie ik mensen hun ogen altijd een beetje oplichten van opluchting als ze horen dat mijn moeder Limburgs is, voor een witte Nederlander is dat misschien geen voordeel, voor een niet-witte Nederlander wel: dat maakt je namelijk nog net iets Nederlandser. Kortom, mijzelf zo wit mogelijk maken, gaf mij privileges.

Anderzijds komt het soms juist heel goed uit dat mijn huid niet wit is. Zo hoorde ik bijvoorbeeld dat er een foto van mij in het programmaboekje van een stichting stond, vanwege mijn niet witte kleur. Deze stichting wilde hiermee hun ‘diversiteit’ laten zien. Het is echter een extreem witte organisatie.

Het is voor mij een proces geweest om me bewust te worden van mijn aanpassing aan en internalisatie van de Nederlandse racistische structuren. Vanuit deze achtergrond wil ik reageren op de vragen die het onderwerp van vanavond zijn. Deze vragen gaan voornamelijk over het nut dat multivocaliteit en multiperspectiviteit al dan niet hebben.

Als ik deze vragen lees, vind ik het lastig om na te denken over antwoorden, omdat er vooral een andere vraag in mij opkomt, namelijk: Waarom willen we zo graag racistische en koloniale structuren aanpassen, waarom kunnen we er niet gewoon mee stoppen? Een beetje kleur toevoegen of voor de vorm andere stemmen laten horen (multivocaliteit en multiperspectiviteit), maakt een koloniaal instituut, zoals het KITLV of museum, zoals het Wereldmuseum, namelijk niet minder koloniaal.

Ik beargumenteer dan ook dat multivocaliteit en multiperspectiviteit zeer problematisch zijn. Marjolein noemde net al het treffende voorbeeld van de tentoonstelling ‘Dossier Indië’. Tijdens de opening pleitte onze minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, Ingrid van Engelshoven, bijvoorbeeld dat de geschiedenis in evenwicht moet zijn. Een evenwichtige geschiedenis betekent voor haar, ik citeer: ‘Ik wil lezen waarom Jan Pieterszoon Coen heldhaftig op een sokkel staat in Hoorn, maar óók waarom hij de slager van Banda wordt genoemd.’ Einde citaat. Waarom?! Vraag ik me dan af. Waarom moeten wij horen over de zogenaamde heldendaden van een man die duizenden doden op zijn geweten heeft. Moorden die zijn gepleegd, puur om de handelspositie van Nederland te versterken.

Willen we dan ook Hitler zijn leiderschapskwaliteiten bewonderen? Nee, als je dat zegt, heb je de poppen aan het dansen. Waarom kunnen dergelijke opmerkingen dan wel over VOC misdadigers gemaakt worden? En waarom wordt er dan ook nog applaus verwacht voor die opmerkingen? Door te spreken over de zwarte bladzijde van onze geschiedenis, wordt de illusie van ons land als reflectief en schuldbewust in stand gehouden. Het gevolg hiervan is niet alleen dat de koloniale en racistische structuren onaangetast blijven, maar zelfs dat de machtspositie van de gevestigde orde wordt versterkt.

Marjolein noemde al de arrestaties van gisteravond en vannacht. Het gaat om een bestuurslid en een sympathisant van de Stichting Majority Perspective die zijn opgepakt. Deze stichting zet zich in tegen systematische onderdrukking en strijdt onder andere tegen de racistische Sinterklaasintocht. Het is de derde keer dat er leden van deze stichting preventief zijn aangehouden, om zo te voorkomen dat ze kunnen demonstreren tijdens de intocht. Een van de twee personen die is aangehouden, werd in huis met geweld en pepperspray gearresteerd.

Laten we nou niet doen alsof deze schendingen van de mensenrechten geen gevolg zijn van de machtsstructuren die Marjolein en ik zojuist geschetst hebben. Laten we niet doen alsof multivocaliteit en multiperspectiviteit iets kunnen betekenen in het voorkomen van deze vormen van structureel geweld. En laten we zeker niet doen alsof Nederland haar belofte om ‘echt racisme’ niet meer plaats te laten vinden is nagekomen.