Author Country Media Name Year Topic , , Translator

De huichelachtige excuses van Koning Willem-Alexander – CNN Indonesia

De huichelachtige excuses van Koning Willem-Alexander

CNN Indonesia, 14 maart 2020, door: Angga Indrawan

Een recente gebeurtenis doen mij denken aan mevrouw Tijeng, een 90-jarige weduwe uit Balong Sari Rawamerta, Rawagede, Karawang. Eind 2016 ontmoette ik haar samen met de Nederlandse mensenrechtenadvocaat Liesbeth Zegveld.

Door ouderdom kon ze niet meer goed zien en had ze moeite met lopen. Ze was al bijna 70 jaar weduwe. Haar echtgenoot werd op 9 december 1947 door een Nederlandse soldaat geëxecuteerd tijdens de Nederlandse militaire agressie tussen 1947 en 1949.

Haar man, Nimung, werd midden op de dag vermoord, op slechts 500 meter afstand van zijn huis. Vanwege de [Nederlandse] terreur kon mevrouw Tijeng het lijk van haar man niet meteen ophalen.

‘Ik heb zijn graf met mijn eigen handen gegraven’, besloot ze haar verhaal.

Tijeng is een van de negen mensen die schadevergoeding ontving van de Nederlandse overheid. Het Hof van Justitie in Den Haag deed in 2011 een uitspraak in haar zaak. Vervolgens ontving zij 20.000 euro, dat toen gelijk stond aan Rp. 250.000.000.

Liesbeth Zegveld, van advocatenkantoor ‘Prakken d’Oliveira’, trad op als advocaat namens de eisers. Stichting Komite Utang Kehormatan Belanda (K.U.K.B., Comité Nederlandse Ereschulden) faciliteerde hen zonder enige hulp van de Indonesische regering. Later oordeelde  D.A. Schreuder, de hoofdrechter van de rechtbank, dat [Nederland] inderdaad onrechtmatig had gehandeld.

‘Sommige eisers hebben schadevergoeding gekregen, maar er zijn nog veel zaken in behandeling’, schrijft Liesbeth in haar antwoord op mijn e-mail.

Willem Alexander, koning van Nederland, kwam op maandag 9 maart naar Indonesië. Tijdens zijn bezoek repte hij met geen woord over de lopende rechtszaken, hij verontschuldigde zich alleen.

‘Voor geweldsontsporingen van Nederlandse zijde in die jaren wil ik hier nu, in navolging van eerdere uitspraken van mijn regering, mijn spijt uitspreken en excuses overbrengen.’, zei Willem-Alexander ten overstaan van President Jokowi.

Deze excuses zijn betekenisloos, zolang [de koning] de lopende rechtszaken over het geweld tegen Indonesiërs, negeert. Volgens het Comité Nederlandse Ereschulden zijn er in totaal 433 juridische claims ingediend bij de rechtbank in Den Haag, waarvan 72 zaken zijn afgewezen op grond van het argument dat de verjaringstermijn is verstreken.

‘Het gaat om gevallen uit Sulawesi, Sumatra, Midden-Java, waaronder Rawagede en Rengat’, zegt Jeffrey Pondaag, de voorzitter van K.U.K.B.

Yvonne Rieger-Rompas die als onderzoeker betrokken is bij K.U.K.B., verklaart dat slechts 43 van de juridische claims zijn toegewezen. “Veertig weduwen, twee slachtoffers van geweld en verkrachting in Rawagede en een ander slachtoffer van marteling in Malang [werden in hun gelijk gesteld]”, aldus Yvonne.

Huichelaar

Voor mij is het dan ook moeilijk om de verontschuldiging van de Koning als oprecht te aanvaarden. Het lijkt erop dat Nederland zich op deze manier slechts wil ontdoen van haar historische schuldenlast. Tot op heden hebben de Nederlanders de onafhankelijkheid van Indonesië op 17 augustus 1945 nooit erkend of zelfs de agressie tegen de soevereiniteit van Indonesië tussen 1945 en 1949 toegegeven.

En dan de dubbele moraal, de hypocrisie van de morele en politieke aanvaarding van de proclamatie van 17 augustus 1945 in 2005. Zoals bekend deed de toenmalige minister van Buitenlandse Zaken, Bernard Rudolf Bot, op 16 augustus 2005, deze uitspraak in aanwezigheid van de [Indonesische] minister Hassan Wirajuda. Als je kijkt naar de manier waarop de [Nederlandse regering] is omgegaan met de misdaden in Rawagede- en de acties van Westerling, is het moeilijk de hypocrisie niet te zien.

Om nog maar te zwijgen over het feit dat Nederland in 2016 een groot historisch onderzoeksproject is gestart over de periode 1945-1949. Belangrijkste motief: aantonen dat wat het Nederlandse leger deed, slechts een ontsporing was van het beleid, die als ‘politionele acties’ te boek staan (Excessennota, Cees Fasseur 1969). De term politionele actie verwijst naar het idee van rust en orde herstellen, met als doel de onruststokers te beteugelen.

Zoals Historia eerder meldde, heeft de Nederlandse overheid een onderzoeksproject gefinancierd ter waarde van 4,1 miljoen euro. Het onderzoek wordt uitgevoerd door drie [Nederlandse] instituten, bestaande uit het KITLV (Koninklijk Instituut voor Taal-, Land- en Volkenkunde), het NIOD (Nederlands Instituut voor Oorlogsdocumentatie, Holocaust en Genocide) en het NIMH (Nederlands Instituut voor Militaire Geschiedenis).

Het onderzoek loopt nog en zal naar verwachting in 2021 worden afgerond. Het onderzoeksproject bouwt een verhaal rond het Indonesisch geweld, zoals premier Rutte op 2 december 2016 aankondigde, nadat zijn regering had besloten het projectvoorstel [financieel] te ondersteunen: “Wat ik belangrijk vond is dat dan ook de Bersiapperiode, dus ook het Indonesische geweld zou worden onderzocht. Dat is ook afgesproken. Ik heb ook met de Indonesische president gesproken over het belang dat we daar ook gezamenlijk in optrekken”

Rutte stelde ook dat het onderzoeksproject de vragen uit het proefschrift van Rémy Limpach als leidraad hanteert. Rémy toonde aan dat het geweld van Nederlandse soldaten tijdens de Indonesische onafhankelijkheidsoorlog systematisch en structureel was. Zijn boek, De brandende Kampongs van generaal Spoor (2016) levert daarvoor het bewijs.

Wat is de waarde van de verontschuldiging door het Koninkrijk der Nederlanden?

Nederlandse militaire rapporten, opgesteld na de Bersiap-periode, schatten dat 97.421 Indonesiërs stierven tussen 1945-1949. Dit aantal wordt bevestigd door verschillende Nederlandse historici. Loe de Jong in zijn boek Het Koninkrijk der Nederlanden in de Tweede Wereldoorlog, Volume XII gaat uit van hetzelfde slachtoffer-aantal. De getallen zijn ook gebaseerd op informatie die door de Indonesische delegatie [destijds] bij de Verenigde Naties is ingediend met betrekking tot de 40 duizend dodelijke slachtoffers als gevolg van de wreedheden die Westerling pleegde op Sulawesi.

Op basis van de uitspraak van de rechtbank in Den Haag, die oordeelde dat de erfgenamen van de slachtoffers recht hebben op een schadevergoeding van 20.000 euro per persoon, zou het ‘sorry’ van de Koning op zijn minst gepaard moeten gaan met het betalen van schadevergoedingen aan 94.000 mensen, de erfgenamen van de slachtoffers .

Daarnaast is het belangrijk om te vermelden dat áls Nederland de Indonesische onafhankelijkheid op 17 augustus 1945 erkent, Indonesië het volste recht heeft om het geld terug te eisen dat betaald is na de soevereiniteitsoverdracht toen Nederland op 27 december 1949 eindelijk de Indonesische onafhankelijkheid aanvaardde.

Een van de voorwaarden van de soevereiniteitsoverdracht was dat Indonesië 4,5 miljard gulden betaalde. Aanvankelijk vroegen de Nederlanders zelfs om 6,5 miljard gulden (tijdens de Nederlands-Indonesische Ronde Tafel Conferentie). Dit bedrag [de 4,5 miljard] is vervolgens door Indonesië in termijnen betaald tot in 1956.

Tijdens de koloniale tijd was er nog geen rupiah. Hierbij een simpele berekening om jullie een idee te geven van het bedrag dat Nederland [in 1949] eiste. Denk bijvoorbeeld aan de bouw van Gedung Sate in Bandung, dat in juli 1920 zo’n 6 miljoen gulden kostte. Of neem het paleis aan het Koningsplein (nu het Merdeka Paleis) dat in 1869 360.000 gulden kostte, het gebouw dat momenteel gebruikt wordt door President Jokowi.

Wat zou het bedrag zijn als we het omrekenen naar rupiah in prijzen van vandaag de dag?

In 1920 kon men bijvoorbeeld met één gulden 7 kilogram suiker kopen, dus kunnen we aannemen dat op dat moment één gulden gelijk stond aan Rp 112.000 (dat is Rp 16.000 / kg)

De waarde van de verontschuldiging van Nederland is dus gelijk aan Rp 504 biljoen.

Laten we eens nadenken over het idee dat dit geld aan de Indonesische bevolking moet worden teruggegeven.

We moeten de Nederlanders voorhouden “Sorry zeggen is niet genoeg”. Zoals Van Vugt schreef in zijn boek Het dubbele gezicht van de Koloniaal.