Datum: 23 december 2019
Betreft: Beantwoording tweede brief met bezwaren tegen het onderzoeksproject ‘Onafhankelijkheid, Dekolonisatie, Geweld en Oorlog in Indonesië, 1945-1950’
Geachte mevrouw Karin Mössenlechner,
Vorige week ontvingen wij uw reactie op de tweede brief die wij in oktober jl. aan de Nederlandse regering stuurden. Net als onze eerste open brief uit 2017 richtten wij ons tot de Minister-President, de Minister van Defensie en de Minister van Buitenlandse Zaken.
Wij zijn zeer teleurgesteld in de manier waarop u met onze kritiek omgaat. U schrijft dat u onze betrokkenheid kunt waarderen maar dit blijkt niet uit het feit dat u in het geheel niet ingaat op inhoudelijke vragen. In twee uitgebreide brieven hebben wij toegelicht wáárom het onderzoek niet onafhankelijk is en op welke manier er sprake is van belangenverstrengeling. Toch is uw enige reactie: wij gaan niet in op uw bezwaren want het onderzoek is onafhankelijk. Wij kunnen dit niet anders opvatten als een belediging, uw antwoord getuigt van disrespect en versterkt ons gevoel dat wij niet serieus worden genomen.
Daarnaast gaat het niet om de mate van persoonlijke betrokkenheid. Het gaat erom dat de Nederlandse overheid, en de samenleving als geheel, het onrecht wat de Indonesische bevolking eeuwenlang is aangedaan, niet erkent. Hoewel het duidelijk is dat het om grove misdaden tegen de mensheid gaat, wordt de koloniale bezetting door Nederlandse politici, beleidsmakers, rechters en historici niet als zodanig behandeld.
Wat u schrijft over de begroting en de toelichting van het NIOD daarop, is onjuist. Hoezeer u dit ook ontkent, de Kamerbrief van Minister Koenders uit 2017 levert het onomstotelijke bewijs dat de begroting van het project wel degelijk gebaseerd is op het verificatieonderzoek van het NIMH. Het staat er zwart op wit. De rol van het NIMH in de K.U.K.B-rechtszaken is destijds opgevoerd in de verantwoording van het onderzoeksbudget. In het voorwoord van zijn boek verklaart Rémy Limpach zelf dat het Ministerie van Defensie hem speciaal heeft aangenomen om als NIMH-medewerker de Staat te assisteren bij de historische verificatie van Indonesische claims.[1]
U schrijft daarnaast dat de Indonesische vertaling van Limpach’s boek niet bekostigd is uit het onderzoeksbudget. Echter, uit de colofon van de Indonesische boekpublicatie valt op te maken dat het NIMH de vertaling gefinancierd heeft. Dit betekent dat er naast de 4,1 miljoen euro nóg meer overheidsgeld gespendeerd is aan de promotie van een boek dat door de Staat omarmd is als dé reden om dit verleden nogmaals onder de loep te nemen. Daarbij komt dat de Indonesische vertaling slechts een samenvattende selectie is, het is geen letterlijke vertaling van het complete boek. Dit is misleidend voor het Indonesische publiek die op deze manier niet het volledige verhaal te lezen krijgt.
Daarnaast beantwoordt u niet onze vraag over de Indonesische betrokkenheid. Welke Indonesische universiteiten en onderzoekers zijn aan het project verbonden? Waarom zijn hun namen tot op heden onbekend? Zowel KITLV-directeur Gert Oostindie als NIOD-directeur Frank van Vree houden het Nederlandse publiek met trots voor dat zij nauw samenwerken met Indonesische historici en universiteiten. Als dit waar is dan moeten zij toch op zijn minst namen kunnen geven?
Kortom, uw antwoord is voor ons geen antwoord. Wij verwachten dat u als vertegenwoordiger van een democratische rechtsstaat onze vragen serieus en uitgebreid beantwoordt. U kunt zich onmogelijk verschuilen achter het argument dat het onderzoek onafhankelijk is, aangezien dit juist onze kritiek is. Alleen al de nadrukkelijke focus van het onderzoek op het Indonesische geweld (de ‘Bersiap’ genoemd) is tot stand gekomen naar aanleiding van politieke beïnvloeding. Lees de argumenten van onze eerste open brief er maar op na.
Het onderzoek is niet onafhankelijk, het project staat niet los van de rechtszaken.
Overigens is uw reactie via stichting Histori Bersama in het Engels vertaald, de Indonesische minister van Buitenlandse Zaken is tevens op de hoogte gesteld. Ook deze brief zullen wij vertalen en verspreiden.
Wij kijken uit naar uw reactie en vragen bij deze om een gesprek met de verantwoordelijke minister.
Met hartelijke groet,
Jeffry Pondaag en Francisca Pattipilohy
[1] Zie: Rémy Limpach, De Brandende kampongs van generaal Spoor (Boom, Amsterdam, 2016) pp. 14.